Onderzoek Welke rol is weggelegd voor HR?

Nederland kampt met een flinke productiviteitsuitdaging. Een tekort aan technici en een aanhoudend hoge marktvraag zijn hier de oorzaken van. Als je regelmatig onze blogartikelen leest wist je dit waarschijnlijk al. Waarschijnlijk (en hopelijk) ben je ook bekend met de oplossing waar wij in gespecialiseerd zijn, namelijk collaboratieve robots. Robotarmen die het potentieel hebben om de productiviteit van werknemers en de flexibiliteit van het productieproces te vergroten. Milan Wolffgramm, promovendus mens-cobot-samenwerking bij Saxion en TechYourFuture deed in samenwerking met lectoren Stephan Corporaal en Maarten van Riemsdijk onderzoek naar ‘de robotarm als collega’. De conclusie? Volgens hen liggen er veel kansen voor HR-professionals om zowel de kwaliteiten van de mens als van de techniek te optimaliseren.

De onderzoekers analyseerde op basis van interviews hoe de cobots worden ingezet en wat dat betekent voor de vaardigheden en de arbeidskwaliteit van productiemedewerkers. De hoofdvraag; ‘Hoe ziet de mens-cobot-samenwerking eruit en hoe is deze tot stand gebracht?’ Voordat ze hiermee aan de slag konden, deden ze een uitgebreide studie over hoe je de mens-cobot-samenwerking het beste kunt omschrijven. Een combinatie van kennis uit productiemanagement, werkontwerponderzoek, sociotechniek en psychologie leverde vijf termen op die van belang zijn voor het inrichten van een mens-cobot-samenwerking. Dit zijn een wederzijds afhankelijke taakverdeling, vaardigheden voor een interdependente samenwerking, kwaliteit van arbeid, regelcapaciteiten en ondersteuning.

invloed van cobot op werknemers | effect of robots on workers

Interdependente taakverdeling

Interdependentie gaat over de mate waarin een cobot afhankelijk is van een mens tijdens het uitvoeren van verschillende handelingen en andersom. Hierin zijn verschillende niveaus te onderscheiden. Zo kunnen mens en cobot geheel afgezonderd van elkaar werken aan verschillende deelproducten. Maar het kan ook zo zijn dat de cobot eerst zijn werk doet en dit doorgeeft aan de mens, waarna die het afmaakt. Onderzoek toont echter aan dat hoe meer cobot en mens samenwerken (en interdependent zijn aan elkaar), hoe meer zij profiteren van elkaars kwaliteiten.

Vaardigheden voor een interdependente samenwerking

Er zijn een drietal vaardigheden die de cobot en mens moeten bezitten om goed samen te kunnen werken. Als eerste waarneembaarheid. De mens moet signalen van de cobot kunnen waarnemen en interpreteren. Aan de andere kant moet de cobot in staat zijn de mens waar te nemen (d.m.v. sensoren). De tweede vaardigheid is voorspelbaarheid. De mens moet het gedrag van de cobot kunnen voorspellen en daarnaast voorspelbaar gedrag vertonen, bijvoorbeeld door producten op de juiste manier klaar te leggen of aan te geven. Ten derde moet er sprake zijn van wederzijdse bestuurbaarheid. De mens moet in staat zijn de cobot te besturen met bijvoorbeeld een besturingspaneel. Aan de andere kant moet een cobot in staat zijn de mens te beïnvloeden, bijvoorbeeld door signalen af te geven.

Kwaliteit van arbeid

Een samenwerking tussen mens en cobot die vol te houden is door de mens, vereist arbeid die door de mens als kwalitatief goed beleefd wordt. Dit voorkomt problemen als verminderd situatiebewustzijn en een overmatig vertrouwen in de techniek. Daarnaast zijn er een aantal werkkarakteristieken waardoor mensen beter presteren, tevredener zijn en gezondheidsklachten vertonen. Werk moet voldoende complex, variërend en autonoom zijn. Daarnaast is fysieke belasting een belangrijk onderdeel.

Regelcapaciteit en ondersteuning

Productief samenwerken met techniek lukt alleen als de mens zelf zijn werk kan inrichten. Als medewerkers inspraak krijgen in de inrichting van de mens-cobot-samenwerking, zullen ze de techniek gemakkelijker accepteren en het draagt bij aan de kwaliteit en wendbaarheid van het productiesysteem. Toch is het niet vanzelfsprekend dat iedere medewerker in staat is zo’n samenwerking in te richten. Daarom is het belangrijk de nodige hulpbronnen beschikbaar te stellen, zoals ondersteuning, leermogelijkheden, kennisbronnen en op te roepen assistentie.

Het onderzoek en de resultaten

In totaal zijn 60 interviews afgenomen bij 21 bedrijven in Oost-Nederland die een mens-cobot-samenwerking hebben ingericht. De maakbedrijven hadden de cobot minimaal een maand in productie en produceerden zowel grote als kleine series. Daarnaast werden alle cobots ingezet voor assemblagewerkzaamheden zoals schroeven, inzetten en monteren van (deel)producten en het beladen van bijvoorbeeld CNC-machines. Elk interview werd gehouden met iemand die direct betrokken was bij de implementatie en uitvoering van de mens-cobot-samenwerking. Dit waren productiemanagers, engineers en productiemedewerkers.

Schermafbeelding 2021-01-17 om 18.18.42

Tijdens ieder interview zijn de hierboven beschreven facetten van een mens-cobot-samenwerking als uitgangspunt genomen. Voor elk van deze facetten kwamen interessante resultaten naar voren. Zo blijkt dat mens en cobot in de praktijk nauwelijks met elkaar samenwerken (en dus interdependent zijn aan elkaar). In de meeste gevallen beperkt het zich tot het monitoren en aansturen van de cobot, die zelfstandig de productiehandelingen uitvoert. Dat beperkt ook de vaardigheden die een werknemer moet hebben om samen te werken met een cobot. Een werknemer moet bekend zijn met het juist beladen en ontladen van de applicatie, hij moet de cobot op kunnen starten, soms het juiste programma kunnen kiezen en eventueel het systeem herstarten. Daarnaast moet men de voortgang in de gaten kunnen houden om de goede uitvoering te bewaken.

De effecten op arbeidskwaliteit zijn wisselend en is sterk afhankelijk van hoe de cobot wordt ingezet en hoe het werken ermee wordt ingericht. Als er tijdens de ontwerpfase rekening wordt gehouden met de effecten op arbeidsinhoud van medewerkers kan het leiden tot minder zwaar, minder hectisch, afwisselender en meer autonoom werk. Wordt er geen rekening mee gehouden ontstaat het tegenovergestelde. Een ander opvallend resultaat uit het onderzoek is dat productiemedewerkers nauwelijks worden betrokken bij de implementatie. In bijna alle gevallen beslist het management samen met de engineers over het type en het proces waarin de cobot wordt geïmplementeerd. Daarnaast lijkt de betrokkenheid van de productiemedewerker effect te hebben op de beleefde arbeidskwaliteit. Hoe meer de werknemers worden betrokken, hoe hoger de arbeidskwaliteit. Als het om ondersteuning van de productiemedewerkers gaat, is te zien dat ieder bedrijf hier aandacht aan besteed. Wel doet ieder bedrijf dat op z’n eigen manier en zijn er geen bedrijven die dat op een gestructureerde manier aanpakken.

Het meest opvallende resultaat dat uit het onderzoek naar voren komt is de rol van HR-professionals. Kortgezegd, voor HR is geen rol weggelegd. Bij geen enkel bedrijf is HR betrokken bij de implementatie van een cobot en in sommige gevallen is er zelfs nadrukkelijk geen behoefte aan.

“Ik denk dat niet veel toegevoegde waarde heeft. Kijk, je praat hier eigenlijk over iets totaal technisch.“

Respondent over betrokkenheid HR

Conclusies

Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat er weinig intensieve samenwerking plaatsvindt tussen een cobot en een medewerker. Niet geheel verwonderlijk, want het biedt de onderzochte bedrijven een belangrijk voordeel. Door de cobot simpel routinewerk te laten doen worden productiemedewerker productiever en er ontstaat meer ruimte voor complexere, wisselende taken. Afhankelijk van de keuzes die door management en productie-ingenieurs wordt gemaakt, wordt het uitvoerende werk beter. De echte potentie van een cobot wordt echter nog nergens benut. De cobot heeft specifieke eigenschappen om een directe, wederzijds afgestemde samenwerking met een mens aan te gaan, waarin ze elkaar over en weer helpen. Een productie-eenheid bestaande uit mens en machine die volstrekt zelfstandig complexe- en steeds wisselende producten kan voortbrengen, tegen massaproductie kosten en met hoge precisie en kwaliteit. Zover lijkt de Nederlandse maakindustrie nog niet.

Een andere conclusie uit het onderzoek is dat productiemedewerkers geen inbreng hebben. Engineers onderzoeken wat de techniek kan en bedenken een mogelijke toepassing in de bestaande productie. In het optimaliseren van de mogelijke toepassing is de aandacht voor de taken van de productiemedewerker minimaal. Ze worden geïnstrueerd en waar nodig ondersteund, veel verder gaat het niet. Dit is wel een zorgpunt, want hiermee worden cobots, met al hun unieke eigenschappen, op eenzelfde manier ingezet als de ‘oude’ industriële robots in de auto-industrie en logistiek. De mens wordt hier niet centraal gesteld maar geldt juist als sluitstuk van de techniek. Iets waar in het verleden al regelmatig voor is gewaarschuwd, onder andere door de Commissie Borstlap (Commissie Regulering van Werk, 2020).

Het bovenstaande zou voorkomen kunnen worden door engineers en productiemanagers te vragen systemen te ontwerpen die van meet af aan rekening houden met de kwaliteiten en werkvoorkeuren van productiemedewerkers. Dat betekent dat een systeem met wederzijdse samenwerking tussen mens en techniek en dat productiemedewerkers meedenken en meebeslissen. Deze systemen zouden in de praktijk ook robuuster, flexibeler en productiever zijn. Hierbij zou HR een hele belangrijke rol kunnen spelen, zij hebben immers de kennis in huis. Maar, zoals blijkt uit het onderzoek, worden zij overal buiten beschouwing gelaten.

Aanbevelingen

De onderzoekers komen dan ook met vijf aanbevelingen voor HR-professionals om bij te dragen aan een mens-cobot-samenwerking die medewerkers kunnen en willen volhouden.

Bemoei je met techniek implementatie

De eerste aanbeveling is om zo vroeg mogelijk aan tafel te schuiven bij de implementatie van nieuwe machines. Rekening houdend met het doel waarmee de techniek is aangeschaft, kunnen HR-professionals helpen de unieke kwaliteiten van medewerker en techniek boven tafel te krijgen. Daarnaast kan HR helpen duidelijk te maken op welke punten de arbeidskwaliteit wordt beïnvloed, welke skills van medewerkers moeten veranderen en ervoor zorgen dat medewerkers worden betrokken bij het proces. Oftewel, vroegtijdig zorgen voor een multidisciplinaire groep met kennis vanuit verschillende vakgebieden.

cobot collab

Weet wat er speelt in het primaire proces

Om een goede mens-cobot-samenwerking te implementeren is het primaire proces vanzelfsprekend het vertrekpunt. Voor een HR-professional is het dan ook van belang dat die weet wat er zich op de werkvloer afspeelt. Wat wordt er gemaakt? Hoe wordt het stap-voor-stap gemaakt? In welke seriegrootte? Hoe vaak moet er omgesteld worden? Welke vaardigheden zijn daarvoor nodig?

Ken de technische mogelijkheden en beperkingen

Naast het proces is het ook belangrijk dat de HR-professional kennis heeft van de te implementeren techniek. Dat betekent niet alleen onderzoek doen op de eigen afdeling, maar ook op productniveau. Kijk naar gebruikerservaringen, spreek met productiemanagers en engineers of bezoek externe partijen die de techniek leveren.

Organiseer ondersteuning en betrokkenheid

Zorg ervoor dat medewerkers niet overvallen worden, maar vroegtijdig worden geïnformeerd en ook betrokken worden bij de implementatie van nieuwe technieken. Bied daarnaast on-the-job ontwikkelingsprogramma’s voor medewerkers om nieuwe technieken onder de knie te krijgen. Zo maken ze stap voor stap kennis met nieuwe techniek en worden onzekerheid en weerstand voorkomen.

Monitor de ontwikkelingen

Als laatste is het belangrijk om als HR-professional de mens-cobot-samenwerking na implementatie in de gaten te houden. Zo worden ervaren effecten op arbeidskwaliteit in de gaten gehouden kan op lange termijn worden bepaald of de samenwerking vol te houden is voor de productiemedewerker. Daarnaast is het belangrijk data te verzamelen over techniek gerelateerde incidenten en teruglopende prestaties. Dit zijn indicaties dat de mens-cobot-samenwerking niet goed verloopt en dat er mogelijk gezocht moet worden naar een passend herontwerp.

Aan de slag!

Kortom, cobots vormen een veelbelovende om de productiviteitsuitdaging waar Nederland voor staat te overwinnen. Maar juist datgene dat deze cobot zo uniek maakt, de eigenschap om samen te werken met mensen, wordt vaak niet ten volle benut. Daarnaast worden de productiemedewerkers, diegene die het meest met de cobot aan het werk zullen zijn, niet volledig meegenomen in aanloop naar de implementatie.

Wij van WiredWorkers streven naar een wereld waarin de kwaliteiten van werknemers ten volle worden benut en helpen dan ook graag om de implementatie van een mens-cobot-samenwerking zo succesvol mogelijk te laten verlopen. Wil je meer informatie? Ben je benieuwd hoe een cobot zo effectief mogelijk kan worden ingezet in jouw bedrijf? Of ben jij de HR-professional die meer wil weten over collaboratieve robots? Neem dan contact met ons op of meld je aan voor een gratis cobot adviesgesprek.

Robbin Mennings

Robbin Mennings

Cobot Specialist & CEO WiredWorkers 

Misschien vind je dit ook interessant...

Franka production 3

Wat maakt de Franka Production 3 zo uniek?

Franka Emika programming

Hoe neem je productiemedewerkers mee in innovaties op de werkvloer?

aantrekkelijke werkomgeving

Waarom productiemedewerkers gebaat zijn bij een aantrekkelijke werkomgeving.